-
1 усложнить
ingewikkeld maken, compliceren -
2 усложнять
ingewikkeld maken, compliceren -
3 compliquer
compliquer [kõpliekee]1 ingewikkeld(er) maken ⇒ moeilijk(er) maken, verwarren1 ingewikkeld, moeilijk worden ⇒ verergeren♦voorbeelden:la maladie s'est compliquée d' une pneumonie • bij de ziekte kwam nog een longontstekingse compliquer de • gepaard gaan met, vergezeld gaan van1. vingewikkeld maken, compliceren2. se compliquerv1) ingewikkeld(er)/moeilijk(er) worden2) verergeren -
4 embrouiller
embrouiller [ãbroejee]♦voorbeelden:1. v1) verwarren2. s'embrouillerv1) in de war raken, ingewikkeld raken -
5 ravel
v. rafelen; compliceren; ingewikkeld maken[ rævl] 〈 Brits-Engels ravelled〉 -
6 involutional
adj. Ingewikkeld zijn; gecompliceerd zijn; ingewikkeld maken (bij wiskunde) -
7 emberlificoter
emberlificoter [ãberliefiekottee]♦voorbeelden:3 comme c'est emberlificoté! • wat een ingewikkeld gedoe!2 de draad kwijtraken (van) ⇒ in de war raken, zich verliezen (in) -
8 entortiller
-
9 entangle
-
10 involve
v. met zich meebrengen; betrekken; er bijhalen; impliceren[ involv]♦voorbeelden:1 whose interests are involved? • om wiens belangen gaat het?the persons involved • de betrokkenendon't get involved in this sordid affair • raak niet betrokken bij dit smerige zaakjebe involved with • een verhouding hebben metlarge sums of money are involved • er zijn grote bedragen mee gemoeidmy new job involves frequent travel • voor mijn nieuwe baan moet ik veel reizen -
11 sophisticate
adj. sophistisch; met veel ervaring; ervaring hebbend in het leven--------n. sofistisch iemand, iem. van de grote wereld--------v. wijsneus; ingewikkeld maken[ səfistikkeet] -
12 bureaucratization
n. bureaucratizatie (vertraging, onnodig ingewikkeld maken) -
13 bureaucratize
v. Bureaucratiseren (vertragen, ingewikkeld maken) -
14 complicate matters
de zaak ingewikkeld maken -
15 komplicera
1) compliceren2) ingewikkeld maken -
16 thicken
v. dik maken, indikken; verwikkeld raken, compliceren[ θikkən]1 dik(ker)/dicht(er) worden ⇒ gebonden/geconcentreerder worden 〈 van vloeistof〉; toenemen (in dikte/aantal)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dik(ker)/dicht(er) maken ⇒ indikken; binden 〈 vloeistof〉; doen toenemen (in dikte/aantal)2 ingewikkeld(er) maken ⇒ meer substantie/inhoud geven aan♦voorbeelden: -
17 corser
corser [korsee]2 pittig, pikant, sterk maken♦voorbeelden:corser un récit • een verhaal spannend maken2 corser une sauce • een saus scherper, kruidiger makencorser du vin • alcohol bij de wijn doen♦voorbeelden:1 l'affaire se corse • het wordt spannend, menens -
18 complicate
v. verwikkeling; komplikatie[ komplikkeet]1 ingewikkeld(er)/gecompliceerd worden/maken -
19 perplex
v. verwarren, van zijn stuk brengen[ pəpleks]1 verwarren ⇒ onthutsen, van zijn stuk/van streek brengen2 ingewikkeld(er) maken ⇒ bemoeilijken, compliceren♦voorbeelden: -
20 comédie
comédie [kommeedie]〈v.〉3 aanstellerij ⇒ komedie, veinzerij♦voorbeelden:comédie musicale • musical5 c'est toujours la même comédie pour entrer dans ce cinéma! • 't is altijd hetzelfde gelazer om in die bioscoop binnen te komen!f1) komedie2) aanstellerij, veinzerij4) gedoe, toestand5) scène, drukte
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский
- Шведский